Sinds ik in Italië woon, ontdek ik soms woorden en zegswijzen die ik tijdens de lessen Italiaans die ik gevolgd heb nooit tegen ben gekomen, waarschijnlijk omdat ze te onbelangrijk waren. De harde grammatica ging voor! Maar vaak zijn dit soort kleinigheden juist heel aardig om te weten.
Op alfabetische volgorde beschrijf ik een veeltal aan weetjes: bij elke letter een of meer korte verhaaltjes. Nu kent het Italiaanse alfabet officieel maar 21 letters: de j, k, w, x en y worden, behalve in leenwoorden, niet gebruikt. Dus zou ik kunnen volstaan met hoofdstukjes voor de 21 letters die het Italiaans wel kent. Zo lui ben ik echter niet en dus heb ik ook bij de letters k, w en x iets bedacht.
Stef heeft een vlotte pen van schrijven en je vliegt dan ook door alle verhalen heen. … Daardoor leest het vlot weg. Stef kan uitstekend observeren en met veel humor verslag doen van wat er allemaal gebeurt. Hij neemt de Italiaanse toestanden zoals ze zijn en spreekt nergens een oordeel over uit. Jeanette van de Lindt, Bazarow.com
Het boek leest als een trein, met korte verhalen waarin de originele blogposts tot hun recht komen, en is te beschrijven als een combinatie tussen ‘Help ik heb een huis gekocht in Italië’ en het genieten van La dolce vita. Aniek Rooderkerken , Italie Uitgelicht
Een van de woorden die je het vaakst hoort (maar niet vaak leest, want het is een typisch woord voor de spreektaal) is allora. En dat is (natuurlijk) vooral omdat het eigenlijk niets betekent. Het is vooral een inleidend woord dat je gebruikt als je niet weet hoe je een gesprek moet beginnen. Je ontmoet een kennis en na een eventuele begroeting (salve, ciao) en de obligate vraag come stai? weet je niet meteen wat je nu moet doen (je hebt de kennis al een tijdje niet gezien en weet niet wat hij of zij denkt). Dan komt de redding in de vorm van de vraag “Allora?”, wat zoiets betekent als “En?”. Nu ligt de bal bij de ander, die ook blij is omdat hij of zij waarschijnlijk hetzelfde probleem had, maar dankzij allora? over zichzelf kan praten zonder belast te worden. Allora: altijd en overal inzetbaar als gesprekssmeermiddel!
"Ma è più grande di te?"„Ma è più grande di te?” wilde Roberto weten. Of Nico’s zus Nel ouder was dan hij. Nico dacht na, zelf was hij 1,80 m maar Nel was toch iets kleiner, dacht hij. „No, più piccola,” antwoordde hij dus. Roberto begreep er niets van: „No, non intendo Vera, ma come si chiama, Nel!” „Sì, sì,” bevestigde mijn echtgenoot. Tijd om in te grijpen, besefte ik. Deze spraakverwarring zou uit zichzelf niet tot een oplossing komen. Wat Roberto bedoelde was of Nel ouder was dan Nico, niet groter of langer. In Italië zegt men van iemand die ouder is dat hij ’groter’ is, più grande. Più anziano kan ook, als je verwarring wil voorkomen. In het Nederlands kennen we het wel van grotere of kleinere broer maar de zegswijze ‘mijn broer is groter’ gebruiken we niet. Italianen zijn consequenter, want ze gebruiken ook minore en maggiore voor kleinere of grotere broer of zus.
Maar wat is in het Italiaans dan wel het woord voor de lengte van een persoon? Daarvoor gebruikt men het woord alto, dat echter niet alleen lang en hoog maar ook laag of diep, profondo, kan betekenen!Com’è alto il mare, hoe diep is de zee. Of: wat zijn de golven hoog! Ons klinkt de eerste betekenis heel vreemd in de oren en het kan heel verwarrend zijn, zoals ik tijdens mijn inmiddels overleden studie Middeleeuwse Cultuur ontdekte. L’alto medioevo is niet hetzelfde als the High Middle Ages: de Italiaanse studiosi duiden er de vroege, diepe, Middeleeuwen mee aan, terwijl het in het Engels juist de late, hoge, cultureel veel ontwikkelder eeuwen zijn.
En dan heb je nog alt: klinkt als oud (op z’n Duits), lijkt op alto en betekent stop, ofwel halt voor normale mensen zonder spraakgebrek, die de ‘h' wel fatsoenlijk kunnen uitspreken.
Lees ook mijn andere boeken! Meer Italiaanse Toestanden, Nog Meer Italiaanse Toestanden, Het Echte Italie en Het Italiaanse Menu